zaterdag 5 februari 2011

Houston

Na een tussenstop in Newark en veertien uur vliegen dwarrelen twee verdwaasde zieltjes neer op Houston. Maar onze eindbestemming bereiken blijkt minder eenvoudig: onderweg hebben we een man uit Clasgow ontmoet die al een viertal dagen onderweg is. De boosdoener: sneeuw. Zijn bestemming: San Pedro Sula, Honduras.
Gelukkig zitten wij reeds in Texas. Het land van cowboys, lang uitgerekte zandvlaktes, occasionele cactussen en vooral de eeuwig brandende zon. Maar bij aankomst is er tot grote treurnis van Liesbeth geen Lucky Luke te bespeuren. Onze geliefde cowboy is met de zon in zijn zadeltas achter de horizon verdwenen. De weersvoorspellingen luiden het slechte nieuws in: sneeuwstorm, onze vlucht van vrijdagochtend wordt tot zondag uitgesteld.
Het Amerikaans avontuur kan beginnen. Drie dagen Texas met 180 dollar. De airport shuttle brengt ons tot het Ramada hotel. Eén spaghetti and meatballs, één cheeseburger, twee Budweisers, een goede nachtrust en 90 dollar verder staan we aan de ontbijttafel. Plastieken borden, plastieken tassen, plastiek bestek en plastieken toasts met peanutbutter and jelly maken hun opwachting. Op de achtergrond en toch heel aanwezig: ‘the weather channel’. Indrukwekkende beelden van sneeuwlandschappen, slippende auto’s en donkere wolkjes met immense witte vlokken. Buiten ligt het openluchtzwembad er echter vredig bij: niet bevroren en zonder witte sneeuwlaag. Gelukkig is er onze shuttlechauffeur om ons tot bedaren te brengen. Om één uur gaan we met zen allen richting ‘mall’.

Daar aangekomen worden alle stereotype beweringen over de VS nogmaals bevestigd. Het shopping centre kan gelijk gesteld worden aan vier maal de veldstraat en is naar Amerikaanse normen blijkbaar aan de kleine kant. Maar belangrijker is het gebrek aan mogelijkheden naast het consumeren. Enkel de cinemazaal kan zich enigszins distantiëren van de onvervalste geldsmijterij. Alhoewel een film met de titel ‘from Prada to nada’ nu niet bepaald als nuttige vrijetijdsbesteding bestempeld kan worden.


Vier uur slijten in de ‘mall’ zonder geld lijkt ons nu al een mission impossible en vlijtig gaan we opzoek naar een supermarkt om onze uitgaven te beperken. De microgolf in onze hotelkamer kan immers de kosten van het avondmaal tenietdoen. Maar inkopen doen in dit stadje zo’n 50 mijl (reken zelf maar om) verwijderd van Houston blijkt geen evidentie. Wat we buiten te zien krijgen is niet de ons bekende Texaanse prairie doch het landschap wel omschreven kan worden als een vlakke woestenij waar enkel de wet van de sterkste geldt. Twee drierijvaksbanen weigeren ons toegang tot de overkant. Langs weerskanten wordt de asfaltrivier afgebakend door immense winkels en de gigantisch parkings die hun omsingelen worden enkel doorbroken in hun eentonigheid door oases in de vorm van een fastfoodrestaurant. We wandelen vol goede moed richting Walmart en al snel begin ik te begrijpen waarom moderne cowboys elkaar trachten te overtreffen in grootte van hun pick-up truck. Overal waar ik kijk zie ik Fords en Chevrolets met glinsterende velgen maar ikzelf word gedwongen te wandelen in een modderige zijberm. In de Verenigde Staten is er namelijk geen plaats voor miezerige voetgangers, zebrapaden of trottoirs. De Verenigde Staten zijn groots in alles doch een beetje nederigheid hun niet zou misstaan. De Amerikaanse cultuur lijkt wel (net als de meerderheid van zijn volgers) een bolvormig mannetje met een klein hoofdje en beperkte ledematen, zichzelf voortrollend richting ontwikkeling en economische vooruitgang. Terug in het hotel beland verlang ik stiekem naar Europa waar verfijndheid, in alle betekenissen van het woord, nog steeds als ideaal beschouwd wordt. Maar geen tijd voor heimwee, net bericht gehad van Fibe. In Honduras schijnt de zon als nooit te voren. ‘I’m a poor lonesome cowboy’ en verdwijn binnenkort vol goede moed achter de horizon, het avontuur tegemoet…

1 opmerking: