zondag 27 februari 2011

De man voor mijn deur

Er ligt een man in Marcala, op de straat, voor mijn deur.
Ik vraag me af: “Zal morgen mijn huisje stinken naar dode-mannengeur?”
“Goedenacht mijne heer, goedemorgen lieve man,
ik vroeg me zojuist, gewoon terloops even af of ik u helpen kan.”
Zou ik dat gaan vragen? Kan ik dat wel maken?
Wat als hij dan antwoord: “Ja hoor jongen, geef mij een bed en proper laken.”?
Wat moet ik dan met enkel een slaapzak rond mijn bast?
Ik ben heus niet voorbereid op een vreemde, onaangekondigde gast.
Neen, mijn plan wordt afgeschreven, ik blijf binnen.
In mijn bed wat schrijven, genieten van het proper linnen.
Er ligt een man in Marcala, op de straat, voor mijn deur.
Ik vraag me af: “Zal morgen mijn huisje stinken naar dode-mannengeur?”
Godverdomme, ik kan niet slapen met die doemgedachten.
Dronken mannen in Honduras bezorgen me steeds slapeloze nachten.
Gisteren waren het nog een zatlaps gezangen.
Nu vraag ik me af of de zatlap zich aan mijn balkon heeft opgehangen.
En misschien was hij te zwaar, of het touw onvoldoende sterk.
Misschien kan ik hem morgen bezichtigen in de Marcalese kerk.
Mooi opgemaakt, strak in pak, liggend in een open kist.
Dan zegt hij vast: “Dit zal ik je nooit vergeven, ik wist dat jij het wist.”

2 opmerkingen:

  1. Telkens ik je blog lees, denk ik dat de hemel bestaat en jouw opa je hand vasthoudt tijdens het schrijven, maar met goede genen en een goede opvoeding (vrije teksten , weet je nog)komen we ook al dicht bij een verklaring voor je vlotte, onderhoudende en vaak ontroerende teksten. In ieder geval is het lezen van je teksten een goede balsem tegen je gemis hier . Stefaan

    BeantwoordenVerwijderen
  2. y como tu mama tambien quiere su dicha,estamos orgullosos de ti y cada semana cuando le leo a Jetje tus cartas y resumen de Honduras terminamos las dos llorando como tontas un fuerte abrazo de mucha gente. Mama

    BeantwoordenVerwijderen